De bouwsector is een belangrijke industrie binnen de Nederlandse regio Twente. Voorafgaand aan de crisis was de sector goed voor 14% van de lokale werkgelegenheid in het oosten van Nederland: een op de zeven banen maakte deel uit van de bouwindustrie. Tijdens de crisis gingen er landelijk 70.000 jobs verloren. Tegen 2014 verwachtte het Nederlandse Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) een daling van maar liefst 10.000 werkjaren in de bouw. De productie van woningen nam in 2013 met meer dan 10% af en in 2012 daalde het volume met 10%. Ook de globale omzet in de bouwsector kelderde. Onderhoudsprojecten waren het enige segment dat stabiel bleef. Sinds de crisis is het aantal nieuwe woningbouwprojecten met niet minder dan 35% afgenomen; in 2014 was er nog eens een krimp met 7%. De prognoses voor 2015 gaan echter uit van een jaarlijkse groei van de bouwsector met 4% van 2015 tot 2019, voornamelijk aangedreven door de woningbouwsector. In 2015-2019 zal het volume nieuwe woningen naar verwachting jaarlijks met 10% toenemen. Ook onderhoud en renovatie tonen goede tekenen van herstel. Naarmate deze voorspellingen werkelijkheid worden, zal er krapte op de arbeidsmarkt ontstaan.
Ook de Europese Unie is gefocust op de bouw. De sector is goed voor 9,1% van het bruto binnenlands product (bbp) in de 27 lidstaten en de bebouwde omgeving is verantwoordelijk voor 40% van het energieverbruik. De bouw is ook een van de sectoren met de zwaarste uitstoot van broeikasgassen en verbruikt tot 36% van de nieuw gewonnen grondstoffen. Volgens een onderzoek van het Europees Verbond van het Bouwbedrijf (FIEC) werkten in 2013 14,6 miljoen mensen in de sector. Het gaat daarbij om 3,1 miljoen bedrijven, waarvan 95% klein of middelgroot is en minder dan 20 werknemers telt. Dit betekent dat in Europa 43,8 miljoen mensen leven van de bouwindustrie. De bouwsector is de grootste industrie in Europa.
Om een antwoord te bieden op de impact van de crisis en de sociale uitdagingen op het vlak van efficiënt gebruik van grondstoffen en de energietransitie, moet gebruik worden gemaakt van nieuwe technologieën. De huidige bouwpraktijk is nog gericht op de impact van de industrialisering en de standaardisering. Tijdens de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog was dat een uitstekende strategie. Maar in een tijd van internet, computers globalisering heeft informatie- en communicatietechnologie (ICT) een verregaande impact op alle industrieën, inclusief de bouwsector. De Nederlandse Digitale Agenda wil op die veranderingen inspelen door technologieën te ontwikkelen die de klantgerichtheid en de duurzaamheid binnen de bouwsector en daarbuiten ten goede komen.
Huidige trends
In de voorbije jaren is massamaatwerk een duidelijke trend gebleken. Op het platteland waren cataloguswoningen en modulaire huizen zeer in trek. Meerdere bouwbedrijven focussen op integratie van de toeleveringsketen en massamaatwerk. Voorbeelden zijn de Customised Housing-ontwerpen van de Van Dijk Groep en het Trento-concept van Nijhuis.
Gecustomized huis van John van Dijk in Raalte, Nederland
Op dit moment ligt de focus binnen de Nederlandse bouwsector op modularisering en subsysteemengineering. Ondanks het bestaande massamaatwerk wordt in de bouwprocessen nog sterk gekeken naar de gevolgen van de industrialisering en standaardisering. Sinds de jaren 80 al zijn tal van Nederlandse architecten met organische, complexe woningontwerpen gekomen, maar de sector was er nog niet aan toe om die radicale ontwerpen te realiseren. Dit leidde tot structuurfouten en budgetoverschrijdingen. Naarmate nieuwe software werd ontwikkeld en digitale informatie deel begon uit te maken van het bouwproces, konden deze complexe ontwerpen worden gerealiseerd. Maar dit blijven uitdagende projecten.
Veel opportuniteiten voor informatieverwerking blijven onbenut of onderbenut. Building Information Modelling (BIM) maakt het mogelijk gegevens en informatie uit diverse bronnen goed op elkaar af te stemmen en stelt belangrijke informatie beschikbaar voor specifieke stakeholders. BIM is een ideale oplossing, maar iedereen weet dat de functies ervan nog niet optimaal worden toegepast.
Voorafgaand aan de recessie van 2008 begonnen specifieke nichetrends op te komen. Projecten werden kleiner en de focus lag op duurzaamheid en op de behoeften van de klant. Naarmate de financiering van projecten moeilijker werd, verschoof de trend naar aanpassing van bestaande woningen. Daarbij is meer en meer sprake van maatwerk. Daarnaast hebben centrale en lokale overheden hun dienstverleningsniveau verlaagd, waardoor de doe-het-zelfbenadering verder werd gestimuleerd. Het traditionele top-downsysteem verliest aan gewicht en maakt binnen onze sociale structuren plaats voor een bottom-upbenadering die mensen de gelegenheid biedt zelf te beslissen wat belangrijk is en op basis daarvan te handelen (Oostra, 2013).
Informatie- en communicatietechnologie
Binnen het Nederlandse bouwwezen wordt gebruikgemaakt van informatie- en communicatietechnologie (ICT) om de lasten te verlichten, co-creatie en gemeenschappelijke productie te stimuleren en ruimte te bieden voor duurzame bouwwijzen.
Door lastenverlichting worden gebruiksklare concepten beschikbaar gemaakt, zodat consumenten uit kant-en-klare alternatieven kunnen kiezen die hun voordeel al bewezen hebben. Naarmate het individualiseringsproces vordert en de computer- en communicatietechnologie evolueert, kunnen gebruikers steeds meer van hun dienstverleners in de bouwsector verwachten. Dit geldt zowel voor renovatie- als nieuwbouwprojecten (Hofman et al., 2012). De bouwindustrie heeft in recente jaren aanzienlijke voortgang geboekt dankzij de ontwikkeling van BIM en aanverwante internationale regelingen. Dit heeft geleid tot het gebruik van productcatalogi op basis van informatie die door meerdere partijen binnen de toeleveringsketen is verzameld. Door designconcepten in de mix te gooien, kunnen bouwbedrijven hun klanten uit een groter aantal opties laten kiezen. Op basis van gedetailleerde designconcepten in combinatie met professioneel advies kunnen klanten een geïnformeerde beslissing nemen. Gefaseerd bouwen is ook een optie als er onvoldoende budget is om in een keer aan alle behoeften en wensen te voldoen (Oostra, 2014). De bouwindustrie heeft nog volop gelegenheid om de klant te “ontlasten”. Dit omvat alles wat een klant nodig heeft of wenst of na verloop van tijd zou kunnen wensen. Het houdt ook in dat de klant professioneel bouwadvies ontvangt. Op basis van de ervaringen van gelijkaardige klanten kan de bouwprofessional de klant advies bieden over welke oplossingen voor hem of haar werken en hoe zijn of haar behoeften in de komende jaren kunnen veranderen. Het kan dan gaan om minder woningonderhoud en maximaal behoud van de waarde van het vastgoed, meer comfort, toekomstbestendige oplossingen voor het pand of financiering, leasing en andere diensten. De woning toekomstbestendig maken kan inhouden dat het pand in de eigen energiebehoefte kan voorzien of dat het wordt aangepast zodat de eigenaars er tot op hoge leeftijd of in het geval van ziekte kunnen blijven wonen (Saxion, 2014).
Professioneel bouwen is vandaag de standaard voor de meeste huizenbezitters. Het is eerder uitzonderlijk dat mensen zelf of als groep een huis bouwen. Wel stelt de technologie de klant in staat om binnen een cocreatieproces actief deel te nemen aan het ontwerp, de bouw en de afwerking van een woning. Op de gebruiker gefocuste innovaties kunnen consumenten proactief betrekken, zodat ze in de bewoording van Alvin Toffler “prosumenten” worden. Naarmate nieuwe technologieën beschikbaar komen, kunnen meer gebouwen worden ontworpen en geproduceerd op basis van een bottom-upbenadering. Klanten, bewoners, prosumenten, buurtinitiatieven, ambachtelijke bedrijven en sociale ondernemingen kunnen een actieve rol spelen in het bouwproces. Er is uiteraard altijd een groep klanten geweest die zich een architect of aannemer kan veroorloven (Oostra, 2014). Er zijn diverse producten, processen en technologieën beschikbaar die als basis kunnen dienen voor een meer prosumentgerichte bouwbenadering. Denk aan productietechnologieën zoals 3D-printen en computer- en communicatietechnologie, aan producten zoals zonnepanelen, open-sourcedesign en aan procesinnovaties zoals die welke door Living Building en Open Building zijn ontwikkeld. 3D-printen en open-sourcedesign zijn op het internet te vinden. Dit zijn krachtige hulpmiddelen als ondersteuning van bottom-up-initiatieven van mensen die zelf hun huis willen ontwerpen en bouwen (Oostra, 2014). De industrie moet onderkennen dat de grens tussen de eigenaars/bewoners aan de ene kant en de ontwerpers, ingenieurs en bouw-, onderhouds- en renovatieprofessionals aan de andere kant is beginnen te vervagen (Oostra, 2014).
Er staan grote uitdagingen voor de deur als het gaat om energie-efficiëntie, de productie van hernieuwbare energie en efficiënt grondstoffengebruik. Over de vraag of klanten en eindgebruikers beseffen dat deze kwesties ook een impact hebben op hun persoonlijke belangen, en in hoeverre duurzaamheid deel uitmaakt van hun wensen en eisen, zijn de meningen verdeeld (Oostra, 2014). Wat vaststaat is dat duurzame gebouwen gemakkelijker verhuurd raken en dat de eigenaars een hogere huur- of koopprijs kunnen vragen (Yang, 2013; Yasida et al., 2010). Duurzame gebouwen hebben meestal lagere gebruikskosten doordat ze minder energie en meestal ook minder water verbruiken. Daarnaast zijn de onderhouds- en werkingskosten ook lager. In sommige landen komen duurzame gebouwen in aanmerking voor vastgoedbelastingverlaging en lagere verzekeringspremies. Ook de renovatie van zulke panden is goedkoper, want ze zijn vaak flexibel, aanpasbaar en toekomstbestendig ontworpen (Kats, 2003). Duurzame gebouwen kunnen verbeterde productiviteit, gezondere bewoners en een sterker algemeen gevoel van welzijn opleveren (Paul et al., 2008).
Een technologie of tool in de bouwsector invoeren, is op zich niet voldoende. Zoals we hebben gezien, moeten deze innovaties worden aangepast aan de context waarin ze moeten werken (Oostra, 2014). Om de huidige behoeften van de Nederlandse bouwsector aan te pakken, moeten we leren de productiviteit op de bouwplaats te verhogen. Voor een beter begrip van de Nederlandse bouwsector kunt u meer lezen over het BIM Loket, het Nederlandse initiatief voor open BIM-standaarden. Bekijk ook het EU BIM Handbook, dat meer licht werpt op de open BIM-standaarden.
Dit artikel is gebaseerd op de inaugurale rede van Mieke A.R. Oostra, Transforming Dutch Construction through Technology.